Menu Sluiten

Leren ‘ja’ zeggen

Als ik mezelf observeer in mijn dagelijkse doen en laten, dan zie ik mezelf regelmatig ‘nee’ zeggen. Ik zeg bijvoorbeeld nee tegen berg was die ik regelmatig aantref in de wasmand. Of ik zeg nee tegen pijn in mijn buik, die zo af en toe langskomt als ik net gegeten heb (ik heb een slecht functionerende alvleesklier en dat geeft soms was problemen). Ik zeg ook nee tegen volle agenda als ik bijvoorbeeld te weinig heb geslapen of als ik om wat voor reden dan ook gespannen ben.

Misschien herken je dat jij ook zo af en toe nee zegt tegen alledaagse dingen die je pad kruizen

.Als ik langer stil sta bij dat ‘nee’ zeggen, dan zie ik dat het op subtiele of minder subtiele wijze ‘nee’ zeggen is, tegen dat wat is. Het is een soort vechten tegen de werkelijkheid. Het is hopen dat het anders is dan dat het is. Dat zou je ook agressie kunnen noemen. Eigenlijk maak ik het mezelf hierdoor extra moeilijk. Er is iets, dat wil ik niet aankijken of ‘waar’ laten zijn en door te vechten, hoop ik dat het zal veranderen. Ik denk dat je al aanvoelt waar dit naar toe gaat: vechten gaat me niet helpen.

Meer en meer zie ik dat de enige uitweg is: ‘ja’ zeggen tegen een berg was, pijn in mijn buik, of een volle agenda ook als ik moe of gespannen ben. “Ja” zeggen ook als ik te fel heb gereageerd op iemand of als ik simpelweg moe ben of weerstand voel.’Ja’ zeggen schept ruimte.

Het wil niet zeggen dat de situaties waar ik in verkeer op miraculeuze wijze anders worden. Het wil wel zeggen dat ik geen energie kwijt ben aan ‘nee’ zeggen. Ik zeg ja tegen hoe het op dit moment is en bijzonder genoeg geeft dat ruimte. Het is zelfs zo dat ik dan helderder, waarachtiger, creatiever en liefdevoller kan reageren, wat de situatie ook is!

Ja, ik wil graag ‘ja’ leren zeggen tegen alle situaties in mijn leven, ook als ze pijnlijk, lastig of beangstigend zijn. Ik wil mijn hart openen en mijn grenzen verleggen ook als me dat moeite kost.

Net als een boom, stevig geworteld in de aarde, meebuigen met de wind, storm en regen. En ook als de zon schijnt, blijf ik staan. Zijn met wat is, open en gegrond.